Dit zijn woorden waar ik aan twijfel of niet goed weet wanneer is ze moet gebruiken.
Noemen / heten
Vraag
Antwoord
Nee, noemen betekent 'een naam geven', heten 'een naam hebben'.
Toelichting
Als we iemand met een bepaalde naam aanduiden of een naam geven, noemen we hem aldus. Het is mogelijk dat hij anders heet, dat wil zeggen een andere of langere officiële naam heeft. Hoe we iemand noemen komt dus niet noodzakelijk overeen met hoe hij in werkelijkheid heet.
(1) Hoe heet je?
(2) Hoe zullen we hem noemen?
(3) Het arme kind werd naar zijn vader genoemd. Het heet Hieronymus.
(4) Ik heet Victor, maar ze noemen me Vic.
Zwarte Piet, zwarte Piet, zwarte piet, zwartepiet
Vraag
Wat is de correcte spelling: zwartepiet, zwarte Piet, zwarte piet of Zwarte Piet?
Antwoord
De schrijfwijze is afhankelijk van de betekenis. Als de knecht van Sinterklaas bedoeld is, schrijven we Zwarte Piet. In de betekenis 'schoppenboer' en in de uitdrukking iemand de zwartepiet toespelen ('iemand als schuldige of als zondebok proberen aan te wijzen') schrijven we zwartepiet.
Toelichting
Als Zwarte Piet verwijst naar 'de knecht van Sinterklaas', is het een eigennaam. We schrijven Zwarte Piet dan met hoofdletters, net als bijvoorbeeld Sinterklaas.
(1) Komt Sinterklaas uit Spanje?
(2) Zwarte Piet stond naast hem op het dek te zwaaien.
De naam van Zwarte Piet wordt soms gebruikt om verschillende personen aan te duiden die voor Zwarte Pietspelen. In dat geval schrijven we zwarte pieten met kleine letters. De benaming is dan een soortnaam. Een vergelijkbaar voorbeeld is sinterklazen ('personen die voor Sinterklaas spelen').
(3) Matilda was verrast toen ze twee sinterklazen zag vechten om een staf.
(4) Overal op straat zagen we zwarte pieten lopen.
In de betekenis van 'schoppenboer' schrijven we zwartepiet met kleine letters en in één woord. We schrijven kleine letters omdat zwartepiet niet meer naar een unieke persoon verwijst. Zwartepiet is dan een soortnaam. De combinatie heeft bovendien een specifieke, figuurlijke betekenis gekregen en wordt daarom als samenstellingbeschouwd. We schrijven de delen aan elkaar. De oorspronkelijke, letterlijke betekenis (een piet ('boer uit het kaartspel') die zwart ('schoppen') is) staat te ver af van de figuurlijke betekenis om zwartepiet nog in twee woorden te schrijven. Min of meer vergelijkbare gevallen zijn: blauweregen, rodehond en sterkedrank.
(5) Je kunt het op je gezicht aflezen als jij de zwartepiet hebt!
(6) De minister heeft weer de zwartepiet toegespeeld gekregen.
Ten slotte is ook de schrijfwijze zwarte Piet mogelijk, namelijk wanneer die letterlijk gebruikt wordt: iemand met de eigennaam Piet die zwart is. Dat gebruik komt niet vaak voor.
(7) 'We zullen zwarte Piet snel eens een badje geven.'
Met / over / binnen (- een week)
Vraag
Is het voorzetsel met juist gebruikt in de zin Met een week ga ik op vakantie?
Antwoord
Toelichting
Het voorzetsel met kan
op verschillende manieren als tijdsaanduiding worden gebruikt. Het kan
onder andere een gelijktijdigheid uitdrukken; het betekent dan
'tijdens'.
(1) Met Pasen gaan we weer een mooie wandeling maken.
(2) Met het vallen van de avond kwamen er steeds meer dieren tevoorschijn.
Met kan ook een tijdsverloop aanduiden, en kan dan vaak worden vervangen door over, na, binnen of in. Hoe korter de genoemde tijdsduur is, hoe gemakkelijker het gebruikt kan worden. Dat gebruik van met is
echter informeel en komt vooral in Nederland voor, en nauwelijks in
België. Het kan tot de standaardtaal in Nederland gerekend worden.
Standaardtaal in het hele taalgebied is, afhankelijk van de bedoelde
betekenis, bijvoorbeeldover, na, binnen of in.
(3a) Waarschijnlijk ben ik met een uurtje weer terug. [standaardtaal in Nederland] (informeel)
(3b) Waarschijnlijk ben ik binnen een uurtje weer terug.
(4a) Met een kwartier waren de muffins gaar. [standaardtaal in Nederland] (informeel)
(4b) In een kwartier waren de muffins gaar.
(5a) Ik ga morgen op vakantie; ik ben met een week weer terug. [standaardtaal in Nederland] (informeel)
(5b) Ik ga morgen op vakantie; ik ben over een week weer terug.
(6a) Met een uur of drie moet de klus wel geklaard kunnen zijn. [standaardtaal in Nederland] (informeel)
(6b) In een uur of drie moet de klus wel geklaard kunnen zijn.
Bij nauwkeuriger bedoelde tijdsaanduidingen of bij een langere tijdsduur passen voorzetsels als over, na, binnen ofin beter. Ook in zakelijke schrijftaal kan beter een van deze voorzetsels worden gebruikt.
(7) Waarschijnlijk ben ik over een uur weer terug.
(8) In / Binnen een kwartier was de klus geklaard.
(9) Over een week ga ik op vakantie.
(10) Over een eeuw zullen de duinen zo goed als verdwenen zijn.
D / dt (tegenwoordige tijd): u rijd / u rijdt
Vraag
Is het u rijd of u rijdt?
Antwoord
U rijdt is correct.
Toelichting
De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd op basis van de stam van het werkwoord. Dat is de infinitief van het werkwoord zoals we die uitspreken, min de uitgang -en (soms -n).
De tweede persoon enkelvoud van de onvoltooid tegenwoordige tijd wordt
gevormd door aan de stam een -t toe te voegen. Voorbeelden: U speelt, je krijgt, jij bidt, u wordt.
Een hulpmiddel om te weten wanneer dt wordt geschreven aan het einde van een werkwoord waarvan de stam op een d eindigt, is het werkwoord vergelijken met een werkwoord waarvan de stam niet op een d eindigt. Voorbeelden:U kijkt/u rijdt; kijkt u?/rijdt u?; kijk je?/rijd je?; je kijkt/je rijdt.
Terug / opnieuw, nogmaals, (al)weer
Vraag
Is terug in de betekenis 'weer, opnieuw', zoals in Morgen zijn we terug bereikbaar correct?
Antwoord
Het is niet duidelijk of we terug in die betekenis al dan niet tot de standaardtaal in België kunnen rekenen.Standaardtaal in het hele taalgebied zijn in elk geval (al)weer, opnieuw en nogmaals.
Toelichting
Het bijwoord terug wordt
vooral in België veelvuldig gebruikt, ook door veel
standaardtaalsprekers, in de betekenis 'weer, opnieuw'. Toch is er een
niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die het woord in die betekenis
afkeurt. Het is daarom vooralsnog niet duidelijk of terug in die betekenis tot de standaardtaal in België gerekend kan worden.
(1) Ze is terug ziek. (in België, status onduidelijk)
(2) Volgend jaar vindt het congres terug in Gent plaats. (in België, status onduidelijk)
(3) De stad moet terug worden opgebouwd. (in België, status onduidelijk)
(4) Het voorstel is terug afgewezen. (in België, status onduidelijk)
Standaardtaal in het hele taalgebied zijn weer of alweer, opnieuw en nogmaals.
(5) Hij heeft weer een dt-fout geschreven.
(6) Hij was het alweer vergeten.
(7) Volgend jaar vindt het festival opnieuw in de eerste week van september plaats.
(8) Ze heeft hem er nogmaals op gewezen dat een dergelijke fout helemaal niet erg is.
In plaats van een combinatie van terug met een werkwoord (zoals terug openen of terug ontdekken) is in een aantal gevallen in de standaardtaal een werkwoord met het voorvoegsel her- gebruikelijk.
(9) Na een ingrijpende verbouwing wordt het museum eind januari heropend.
(10) Toen ze de zolder hebben opgeruimd, heeft haar moeder de Beatles herontdekt.
Sommige her-werkwoorden zijn echter vrijwel alleen in België gebruikelijk.
(11) Pas toen ze zich omdraaide, besefte ze dat ze helemaal moest herbeginnen. [standaardtaal in België]